Nieuwe
media bevorderlijk voor democratie? Zeker weten!
Wij –de mens, de burger- kunnen reeds,
in onze sterk ontwikkelde informatiemaatschappij, een aardig handje overweg met
nieuwe vormen van communicatie. We maken gebruik van YouTube om filmpjes te
bekijken, we zijn actief op sociale sites zoals Facebook of Twitter, we gaan op
zoek naar fora rond en pagina’s van mensen die gelijkaardige interesses delen
en we zoeken via het internet informatie op over zaken waar we meer over willen
weten. De nieuwe media hebben dus gezorgd voor een uitbreiding van ons
entertainment- en informatieaanbod, maar we kunnen ons nu afvragen of deze
zelfde media ook aanzetten tot een grotere democratisering. Slagen zij erin een
verhoging van de publieke participatie te bekomen? Zorgen nieuwe media voor een
grotere vrijheid van expressie, niet alleen in de weinig democratische landen,
maar ook in de westerse landen, waar het begrip democratie reeds is
ingeburgerd? Wordt participatie in lokale democratische processen verbeterd door
nieuwe media en internet?
We leven vandaag de dag in een
democratie, wat wil zeggen dat we als burgers recht tot spreken hebben en dat
we inspraak hebben in wie ons land op politiek vlak zal leiden. Zelfs tot op
een lager niveau mogen we gezamenlijk beslissen wie de burgervertegenwoordiger
van ons dorp of onze stad wordt. De vraag is echter of we altijd even veel
gehoord worden en of we wel altijd zo actief deelnemen. Zijn er voldoende
middelen die ervoor zorgen dat we gaan participeren in het politieke
gemeenschapswezen? Hebben we voldoende informatie ter onzer beschikking?
Voorstanders van nieuwe media geloven
dat communicatie door middel van deze media een aanmoediging is van actief
politiek burgerschap, en dus van democratische participatie. Als democratieën
en overheden gebruik maken van deze digitale technologie, zou het contact
tussen overheid en burgers vergemakkelijkt worden. De basistoegangswegen tussen
deze twee groepen zullen uitgebreid worden: informatievoorziening, stemming,
beraad en groepsvorming zullen nu ook digitaal kunnen gebeuren. Specifiek gaat
het dan om gemeentes en steden die webpagina’s aanmaken, waarop burgers de
nodige informatie kunnen vinden gerelateerd aan hun dorp of stad, de
mogelijkheid om elektronisch te stemmen, het aanbieden aan de burgers van fora
voor participatie en overleg, evenals het aanbod van een loket waar er klachten
kunnen worden geuit. Burgers kunnen dus dankzij nieuwe media op een
gemakkelijke manier meer te weten komen over (het bestuur van) het dorp of de
stad waarin ze wonen. Als er hen een voorval overkomt, of een bepaalde situatie
zich voordoet, en ze zijn daar ontevreden over, dan hoeven ze zich slechts
thuis achter hun computer te zetten en hun klacht te formuleren op de site van
het stadsbestuur. Of ze kunnen nagaan of er reeds een forum is omtrent dit
topic en hier hun mening formuleren, die vervolgens door alle deelnemers
gemakkelijk kan gelezen worden. Dit is ook voordelig voor het bestuur zelf,
aangezien zij nu beter en sneller op de hoogte is van de vragen en bedenkingen
van haar burgers. Als je een specifiek iemand van het lokale bestuur wilt
bereiken, moet je niet langer papier verspillen en de verplaatsing naar de
brievenbus maken, maar volstaat het op je computer een e-mail op te stellen en
deze met enkele klikken naar het gewenste adres te sturen. Ook elektronisch
stemmen zou ervoor zorgen dat burgers met meer plezier en gemak deelnemen aan
het politieke leven. Het feit dat je van thuis uit -en dus zonder door het
slechte weer te moeten, of een oppas voor je kinderen te moeten voorzien-, zou
ervoor zorgen dat alle mensen zich in het politieke discours gaan engageren.
De aanhangers van elektronische
democratie zien een sterke band tussen computergemedieerde communicatie en
democratie. Zowel Amitai Etzioni, als Ben Barber en Stefano Bonaga geloven in
het potentieel van de nieuwe media om de politieke communicatie te
democratiseren. De nieuwe media zorgen voor efficiëntie en interactiviteit en
maken dat men niet langer ruimte- of tijdsgebonden is. Daarnaast is er ook een
belangrijke reductie in kosten, wat ervoor zorgt dat heel wat meer mensen
kunnen participeren. Bovendien is het zo dat bij het doorgeven van informatie
via nieuwe media, de journalist zelf niet tussen komt, en dus is zijn filter
niet langer van toepassing.
Alleen maar voordelen? No way!
Deze aangehaalde punten doen nu
waarschijnlijk de indruk wekken dat de nieuwe media effectief zorgen voor een
verhoging van de democratische participatie. Iedereen kan zich wel voorstellen
wat voor een gemak het sturen van een e-mail, het posten van een klacht en het
online stemmen met zich meebrengen. Ook ik ben ervan overtuigd dat de nieuwe
media heel wat zaken kunnen vergemakkelijken en dat het op politiek en
participatorisch vlak een aanzienlijke drempel wegneemt voor heel wat mensen.
Maar tijdens de opsomming van de voordelen, rezen er bij mij tegelijkertijd ook
vraagtekens: als de gemeente of de stad op haar website informatie verschaft,
is die dan niet altijd een beetje gekleurd en gaat die ook niet door een
filter? Is de keerzijde van anonimiteit op discussiefora niet dat zomaar alles
kan gezegd worden en dat bepaalde uitingen de sfeer kunnen verzieken? En maakt
het feit dat we voor niets nog “the old fashioned way” moeten gebruiken niet
dat onze sociale contacten tot een minimum worden herleid? Ik vroeg me dus af
of er eerder al over deze (en misschien nog andere) kwesties werd nagedacht, en
tijdens mijn literatuurstudie vond ik effectief argumenten die de utopische
visie rond nieuwe media en democratie wat afzwakken. Dus zoals steeds: ook hier
heeft de voordelenlijst een negatieve tegenhanger…
Mijn eerste bedenking maakte ik ten
aanzien van het voordeel dat de filter van de journalisten (die er wel is bij
de traditionele media) verloren gaat wanneer informatie wordt verschaft op een
digitale manier. Echter, wanneer het stadsbestuur een website opstelt en daarop
informatie tentoonspreidt over bijvoorbeeld haar beleid, zit daar dan niet ook
steeds een bepaalde gedachtegang achter? Er is immers een politieke partij aan de
macht en een politieke partij heeft steeds bepaalde ideeën, dus ook in dit
geval is de informatie door een filter gegaan. Zijn we dan nog wel democratisch
bezig? De burger krijgt immers niet alle informatie waarover hij zou moeten
beschikken om evenwichtige keuzes te maken. De tweede opmerking betreft de
waarde van de opinies op fora waar gediscussieerd kan worden over politieke
problemen of standpunten. Net zoals voor burgerparticipatie op het gehele web,
moet men ook voor burgerparticipatie in democratische zaken zeer kritisch zijn.
Men moet zich afvragen of een bepaalde aanbrengst zinvol is en men mag zich
niet al te zeer laten leiden door burgers met een sterke pen die anderen
proberen voor zich te winnen. Bovendien kan het zijn dat op discussiefora zeer
extreme gedachten geuit worden die daardoor de algemene sfeer verzieken. Andere
mensen nemen dan weer een virtuele identiteit aan, die een andere is dan hun
echte identiteit (en dus een andere visie vertegenwoordigt), waardoor
vertegenwoordiging nog steeds niet correct gebeurt.
“The legal status of inflammatory or libellous
material posted in the semipublic
worlds of discussion groups remains contested, and the
links between
the virtual identity of users and the real identity
unclear.”
Een
laatste bedenking maakte ik mezelf rond het feit dat als we alles van thuis uit
zouden kunnen doen, dat we dan heel wat minder onder de mensen zullen komen. Is
het niet eerder een soort van gemakzucht en gaat de charme van het postkantoor,
het gemeentehuis en de stembus met papier en potlood niet verloren? Dat klinkt
misschien allemaal wat nostalgisch, maar volgens mij zijn deze zaken
belangrijke vormen van contact voor bepaalde mensen, die dus bijgevolg verloren
gaan. Bovendien denk ik ook dat als mensen meer moeite moeten doen om een
bepaalde mening vertegenwoordigd te zien worden (en dus niet enkel een mailtje
moeten sturen of een regel moeten posten), dat dan alleen de volharders hiermee
zullen doorgaan, waardoor alleen de oprechte en overdachte meningen zullen
overblijven, wat misschien waardevoller is dan dat iedereen zomaar ongefundeerd
deelneemt.
Obama
en nieuwe media: twee handen op één buik
Ik heb het nu zowat de hele tijd gehad
over lokale burgerparticipatie, maar ook op ‘hoger niveau’ wordt er de laatste
jaren heel wat meer gebruik gemaakt van nieuwe media in politieke kwesties.
Denken we maar aan de verkiezingsstrijd tussen Barack Obama en Mitt Romney in
de Verenigde Staten. Een studie van het Pew
Research Center’s Project for Excellence in Journalism heeft nagegaan welk
van beide kandidaten het best de communicatietechnologie gebruikt om in contact
te komen met de stemmers. Hieruit blijkt dat Obama het beter doet dan Romney.
Zo postte de campagne van Obama vier maal zoveel inhoud op haar website dan de
campagne van Romney. Bovendien was ze tweemaal zo actief op platforms en deed
ze meer postings op Facebook, Twitter (Obama: 29 tweets per dag; Romney: 1
tweet per dag) en YouTube. Digitale technologie maakt dat leiders tot een nieuw
niveau van communicatie kunnen komen met de stemmers; campagne voeren wordt
dynamischer en neemt meer de vorm aan van een dialoog. De kandidaten die tonen
dat ze de nieuwe technologie meester zijn, geven aan dat ze bereid zijn tot een
nieuwe generatie van leiderschap, meer in overeenstemming met de hedendaagse
wereld. Bovendien trekt het gebruik van nieuwe media meer jongeren aan. Maar
ook hier kan een bedenking worden gemaakt, want uiteraard blijven het manieren
om hun politieke gedachtegoed over te brengen en bovendien blijkt uit onderzoek
dat geen van beide kandidaten veel aandacht geeft aan de stem van het publiek.
Ze antwoorden nauwelijks op, of retweeten nauwelijks, een bericht van een
burger of van iemand buiten de campagne. Het blijft dus nog grotendeels
eenrichtingsverkeer.
Besluit
Nieuwe media zorgen voor een belangrijke
vooruitgang in de relatie tussen burgers en naties. Problemen met betrekking
tot tijd en afstand worden gelimiteerd en mensen kunnen op een eenvoudige
manier hun meningen uiten en participeren in debatten. Mensen met gelijke
politieke ideeën vinden elkaar en kunnen met elkaar interageren. Dit is niet
alleen voordeling op lokaal niveau, waarbij het stadsbestuur zorgt voor de
mogelijke digitale vormen van interactie en participatie, maar ook op wereldniveau,
waarbij grote landen hun inwoners de mogelijkheid geven hun zegje te doen. Maar
ik denk dat het belangrijk is in gedachten te houden dat deze nieuwe media lang
nog niet zorgen voor utopische situaties. Ook al belooft men inspraak en vrije
mening, toch worden internetbijdragen van burgers in grote landen zoals China
of Rusland vaak onder controle gehouden. In het extreme geval van China kan het
zelfs zijn dat burgers worden betaald door de overheid om meningen te
publiceren die niet de hunne zijn, maar wel die van de Chinese regering. Het
doorgeven van informatie door overheden of lokale besturen is steeds in
meerdere of mindere mate gekleurd en niet in alle gevallen wordt er even
democratisch met de uitingen van burgers omgegaan. Dus ook hier weer kan ik
besluiten met de raad om steeds zo kritisch mogelijk te zijn.
Bronnen
Bremmer, I. (2010). Democracy in Cyberspace. What information technology
can and cannot do. In
Foreign Affairs, 1-6.
DeStandaard.be (2012). LETTERLIJK ‘De media als gevaar voor democratie’. Opgehaald 17
november 2012 van http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120503_106
Journalism.org (2012). How the
presidential candidates use the web and social media. Opgehaald 17
november 2012 van http://www.journalism.org/analysis_report/how_presidential_candidates_use_web_and_social_media
Sabadello, M. The role of
new media for the democratization processes in the Arab World. In Project Danube, 1-16.
Tambini, D. (1999). New media and Democracy. The civic
networking movement. In Sage
Publications, Londen: Thousand Oaks, Vol 1(3), 305-329.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten