dinsdag 20 november 2012

Boost aan democratisering dankzij nieuwe media?




Nieuwe media bevorderlijk voor democratie? Zeker weten!

Wij –de mens, de burger- kunnen reeds, in onze sterk ontwikkelde informatiemaatschappij, een aardig handje overweg met nieuwe vormen van communicatie. We maken gebruik van YouTube om filmpjes te bekijken, we zijn actief op sociale sites zoals Facebook of Twitter, we gaan op zoek naar fora rond en pagina’s van mensen die gelijkaardige interesses delen en we zoeken via het internet informatie op over zaken waar we meer over willen weten. De nieuwe media hebben dus gezorgd voor een uitbreiding van ons entertainment- en informatieaanbod, maar we kunnen ons nu afvragen of deze zelfde media ook aanzetten tot een grotere democratisering. Slagen zij erin een verhoging van de publieke participatie te bekomen? Zorgen nieuwe media voor een grotere vrijheid van expressie, niet alleen in de weinig democratische landen, maar ook in de westerse landen, waar het begrip democratie reeds is ingeburgerd? Wordt participatie in lokale democratische processen verbeterd door nieuwe media en internet?

We leven vandaag de dag in een democratie, wat wil zeggen dat we als burgers recht tot spreken hebben en dat we inspraak hebben in wie ons land op politiek vlak zal leiden. Zelfs tot op een lager niveau mogen we gezamenlijk beslissen wie de burgervertegenwoordiger van ons dorp of onze stad wordt. De vraag is echter of we altijd even veel gehoord worden en of we wel altijd zo actief deelnemen. Zijn er voldoende middelen die ervoor zorgen dat we gaan participeren in het politieke gemeenschapswezen? Hebben we voldoende informatie ter onzer beschikking?

Voorstanders van nieuwe media geloven dat communicatie door middel van deze media een aanmoediging is van actief politiek burgerschap, en dus van democratische participatie. Als democratieën en overheden gebruik maken van deze digitale technologie, zou het contact tussen overheid en burgers vergemakkelijkt worden. De basistoegangswegen tussen deze twee groepen zullen uitgebreid worden: informatievoorziening, stemming, beraad en groepsvorming zullen nu ook digitaal kunnen gebeuren. Specifiek gaat het dan om gemeentes en steden die webpagina’s aanmaken, waarop burgers de nodige informatie kunnen vinden gerelateerd aan hun dorp of stad, de mogelijkheid om elektronisch te stemmen, het aanbieden aan de burgers van fora voor participatie en overleg, evenals het aanbod van een loket waar er klachten kunnen worden geuit. Burgers kunnen dus dankzij nieuwe media op een gemakkelijke manier meer te weten komen over (het bestuur van) het dorp of de stad waarin ze wonen. Als er hen een voorval overkomt, of een bepaalde situatie zich voordoet, en ze zijn daar ontevreden over, dan hoeven ze zich slechts thuis achter hun computer te zetten en hun klacht te formuleren op de site van het stadsbestuur. Of ze kunnen nagaan of er reeds een forum is omtrent dit topic en hier hun mening formuleren, die vervolgens door alle deelnemers gemakkelijk kan gelezen worden. Dit is ook voordelig voor het bestuur zelf, aangezien zij nu beter en sneller op de hoogte is van de vragen en bedenkingen van haar burgers. Als je een specifiek iemand van het lokale bestuur wilt bereiken, moet je niet langer papier verspillen en de verplaatsing naar de brievenbus maken, maar volstaat het op je computer een e-mail op te stellen en deze met enkele klikken naar het gewenste adres te sturen. Ook elektronisch stemmen zou ervoor zorgen dat burgers met meer plezier en gemak deelnemen aan het politieke leven. Het feit dat je van thuis uit -en dus zonder door het slechte weer te moeten, of een oppas voor je kinderen te moeten voorzien-, zou ervoor zorgen dat alle mensen zich in het politieke discours gaan engageren.

De aanhangers van elektronische democratie zien een sterke band tussen computergemedieerde communicatie en democratie. Zowel Amitai Etzioni, als Ben Barber en Stefano Bonaga geloven in het potentieel van de nieuwe media om de politieke communicatie te democratiseren. De nieuwe media zorgen voor efficiëntie en interactiviteit en maken dat men niet langer ruimte- of tijdsgebonden is. Daarnaast is er ook een belangrijke reductie in kosten, wat ervoor zorgt dat heel wat meer mensen kunnen participeren. Bovendien is het zo dat bij het doorgeven van informatie via nieuwe media, de journalist zelf niet tussen komt, en dus is zijn filter niet langer van toepassing.


Alleen maar voordelen? No way! 

Deze aangehaalde punten doen nu waarschijnlijk de indruk wekken dat de nieuwe media effectief zorgen voor een verhoging van de democratische participatie. Iedereen kan zich wel voorstellen wat voor een gemak het sturen van een e-mail, het posten van een klacht en het online stemmen met zich meebrengen. Ook ik ben ervan overtuigd dat de nieuwe media heel wat zaken kunnen vergemakkelijken en dat het op politiek en participatorisch vlak een aanzienlijke drempel wegneemt voor heel wat mensen. Maar tijdens de opsomming van de voordelen, rezen er bij mij tegelijkertijd ook vraagtekens: als de gemeente of de stad op haar website informatie verschaft, is die dan niet altijd een beetje gekleurd en gaat die ook niet door een filter? Is de keerzijde van anonimiteit op discussiefora niet dat zomaar alles kan gezegd worden en dat bepaalde uitingen de sfeer kunnen verzieken? En maakt het feit dat we voor niets nog “the old fashioned way” moeten gebruiken niet dat onze sociale contacten tot een minimum worden herleid? Ik vroeg me dus af of er eerder al over deze (en misschien nog andere) kwesties werd nagedacht, en tijdens mijn literatuurstudie vond ik effectief argumenten die de utopische visie rond nieuwe media en democratie wat afzwakken. Dus zoals steeds: ook hier heeft de voordelenlijst een negatieve tegenhanger…

Mijn eerste bedenking maakte ik ten aanzien van het voordeel dat de filter van de journalisten (die er wel is bij de traditionele media) verloren gaat wanneer informatie wordt verschaft op een digitale manier. Echter, wanneer het stadsbestuur een website opstelt en daarop informatie tentoonspreidt over bijvoorbeeld haar beleid, zit daar dan niet ook steeds een bepaalde gedachtegang achter? Er is immers een politieke partij aan de macht en een politieke partij heeft steeds bepaalde ideeën, dus ook in dit geval is de informatie door een filter gegaan. Zijn we dan nog wel democratisch bezig? De burger krijgt immers niet alle informatie waarover hij zou moeten beschikken om evenwichtige keuzes te maken. De tweede opmerking betreft de waarde van de opinies op fora waar gediscussieerd kan worden over politieke problemen of standpunten. Net zoals voor burgerparticipatie op het gehele web, moet men ook voor burgerparticipatie in democratische zaken zeer kritisch zijn. Men moet zich afvragen of een bepaalde aanbrengst zinvol is en men mag zich niet al te zeer laten leiden door burgers met een sterke pen die anderen proberen voor zich te winnen. Bovendien kan het zijn dat op discussiefora zeer extreme gedachten geuit worden die daardoor de algemene sfeer verzieken. Andere mensen nemen dan weer een virtuele identiteit aan, die een andere is dan hun echte identiteit (en dus een andere visie vertegenwoordigt), waardoor vertegenwoordiging nog steeds niet correct gebeurt.

“The legal status of inflammatory or libellous material posted in the semipublic
worlds of discussion groups remains contested, and the links between
the virtual identity of users and the real identity unclear.”

Een laatste bedenking maakte ik mezelf rond het feit dat als we alles van thuis uit zouden kunnen doen, dat we dan heel wat minder onder de mensen zullen komen. Is het niet eerder een soort van gemakzucht en gaat de charme van het postkantoor, het gemeentehuis en de stembus met papier en potlood niet verloren? Dat klinkt misschien allemaal wat nostalgisch, maar volgens mij zijn deze zaken belangrijke vormen van contact voor bepaalde mensen, die dus bijgevolg verloren gaan. Bovendien denk ik ook dat als mensen meer moeite moeten doen om een bepaalde mening vertegenwoordigd te zien worden (en dus niet enkel een mailtje moeten sturen of een regel moeten posten), dat dan alleen de volharders hiermee zullen doorgaan, waardoor alleen de oprechte en overdachte meningen zullen overblijven, wat misschien waardevoller is dan dat iedereen zomaar ongefundeerd deelneemt. 


Obama en nieuwe media: twee handen op één buik

Ik heb het nu zowat de hele tijd gehad over lokale burgerparticipatie, maar ook op ‘hoger niveau’ wordt er de laatste jaren heel wat meer gebruik gemaakt van nieuwe media in politieke kwesties. Denken we maar aan de verkiezingsstrijd tussen Barack Obama en Mitt Romney in de Verenigde Staten. Een studie van het Pew Research Center’s Project for Excellence in Journalism heeft nagegaan welk van beide kandidaten het best de communicatietechnologie gebruikt om in contact te komen met de stemmers. Hieruit blijkt dat Obama het beter doet dan Romney. Zo postte de campagne van Obama vier maal zoveel inhoud op haar website dan de campagne van Romney. Bovendien was ze tweemaal zo actief op platforms en deed ze meer postings op Facebook, Twitter (Obama: 29 tweets per dag; Romney: 1 tweet per dag) en YouTube. Digitale technologie maakt dat leiders tot een nieuw niveau van communicatie kunnen komen met de stemmers; campagne voeren wordt dynamischer en neemt meer de vorm aan van een dialoog. De kandidaten die tonen dat ze de nieuwe technologie meester zijn, geven aan dat ze bereid zijn tot een nieuwe generatie van leiderschap, meer in overeenstemming met de hedendaagse wereld. Bovendien trekt het gebruik van nieuwe media meer jongeren aan. Maar ook hier kan een bedenking worden gemaakt, want uiteraard blijven het manieren om hun politieke gedachtegoed over te brengen en bovendien blijkt uit onderzoek dat geen van beide kandidaten veel aandacht geeft aan de stem van het publiek. Ze antwoorden nauwelijks op, of retweeten nauwelijks, een bericht van een burger of van iemand buiten de campagne. Het blijft dus nog grotendeels eenrichtingsverkeer. 



Besluit

Nieuwe media zorgen voor een belangrijke vooruitgang in de relatie tussen burgers en naties. Problemen met betrekking tot tijd en afstand worden gelimiteerd en mensen kunnen op een eenvoudige manier hun meningen uiten en participeren in debatten. Mensen met gelijke politieke ideeën vinden elkaar en kunnen met elkaar interageren. Dit is niet alleen voordeling op lokaal niveau, waarbij het stadsbestuur zorgt voor de mogelijke digitale vormen van interactie en participatie, maar ook op wereldniveau, waarbij grote landen hun inwoners de mogelijkheid geven hun zegje te doen. Maar ik denk dat het belangrijk is in gedachten te houden dat deze nieuwe media lang nog niet zorgen voor utopische situaties. Ook al belooft men inspraak en vrije mening, toch worden internetbijdragen van burgers in grote landen zoals China of Rusland vaak onder controle gehouden. In het extreme geval van China kan het zelfs zijn dat burgers worden betaald door de overheid om meningen te publiceren die niet de hunne zijn, maar wel die van de Chinese regering. Het doorgeven van informatie door overheden of lokale besturen is steeds in meerdere of mindere mate gekleurd en niet in alle gevallen wordt er even democratisch met de uitingen van burgers omgegaan. Dus ook hier weer kan ik besluiten met de raad om steeds zo kritisch mogelijk te zijn.


Bronnen

Bremmer, I. (2010). Democracy in Cyberspace. What information technology can and cannot do. In Foreign Affairs, 1-6.

DeStandaard.be (2012). LETTERLIJK ‘De media als gevaar voor democratie’. Opgehaald 17 november 2012 van http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20120503_106

Journalism.org (2012). How the presidential candidates use the web and social media. Opgehaald 17 november 2012 van http://www.journalism.org/analysis_report/how_presidential_candidates_use_web_and_social_media

Sabadello, M. The role of new media for the democratization processes in the Arab World. In Project Danube, 1-16.

Tambini, D. (1999). New media and Democracy. The civic networking movement. In Sage
Publications, Londen: Thousand Oaks, Vol 1(3), 305-329.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten