maandag 26 november 2012

The Great Firewall of China


Facebook en zijn vriendjes gekloond

In China hebben zowat 400 miljoen mensen toegang tot het internet, maar slechts een beperkt deel van wat het hele World Wide Web te bieden heeft is toegankelijk voor de onlinegebruikers. Dit heeft te maken met het feit dat de informatie op het internet door de Chinese overheid wordt gecensureerd: alle informatie wordt onderzocht en datgene wat schadelijk of verwerpelijk is wordt verwijderd. Op dit fenomeen heeft men de term “Great Firewall” geplakt. De Chinese overheid werpt dus een nauwlettend oog op wat er op het internet gebeurt. Om dit te doen maakt ze gebruik van filterende software die gevoelige woorden detecteert. Bij het zoeken op deze woorden zal de connectie verbroken worden door de software en zal de gebruiker geen toegang hebben tot informatie die gerelateerd is met dit topic. Een voorbeeld van zo’n gevoelig onderwerp is het Tiananmenprotest. Dat is het studentenprotest dat plaatsvond op de avond van 4 juni 1989 op het Tiananmenplein in Peking en was de opkomst van studenten en burgers die zich verzetten tegen de Communistische Partij van China en zijn instellingen. Dit protest werd met heel wat geweld en bloedvergieten de kop ingedrukt en heeft dan ook een stempel achtergelaten op de Chinese geschiedenis. Vandaag de dag levert het zoeken op internet op deze term in China geen resultaten op.

Verder heeft de Chinese overheid ook de deuren gesloten voor de wereldwijd bekende sociale netwerksites Facebook, Twitter en Flickr. Ook YouTube werd geblokkeerd en Google is er niet de dominante zoekrobot. Om de Chinese burgers toch niet wereldvreemd te maken en om te antwoorden op hun drang naar sociale activiteit, is China op de proppen gekomen met tegenhangers voor elk van deze nieuwe media, weliswaar aangepast aan haar eigen opvattingen. De zoekmachine die in China in de plaats van Google wordt gebruikt is Baidu. Het equivalent van Twitter is Weibo, dat van Facebook is Renren en dat van YouTube is Tudou. Elke internationale Web 2.0-service werd dus geblokkeerd en vervolgens gekloond en aangepast aan het land. Langs de ene kant wil de Chinese regering dus tegemoet komen aan de drang van de bevolking om actief te zijn op sociale netwerken, maar langs de andere kant willen ze de server in Peking houden, zodat ze toegang hebben tot alle data, wanneer ze maar willen. Men geeft dus de burgers de indruk dat ze vrijheid van meningsuiting hebben, maar dat is in werkelijkheid niet het geval, want ook deze sociale netwerken worden sterk gecontroleerd en gereguleerd. Wanneer er valse geruchten worden verspreid, worden de boosdoeners geschorst van de site en kunnen ze geen berichten meer posten. Alle uitingen die nefast zouden kunnen zijn voor het land en de politiek worden onherroepelijk verwijderd.



China haalt alle trucs uit de kast om controle te garanderen

Door het steeds stijgende aantal Chinezen dat toegang heeft tot het internet -en dus toegang hebben tot sociale netwerksites zoals Weibo waarop ze hun woede over schandalen en corruptie bij de overheid kunnen uiten-, wordt het ook steeds moeilijker voor de overheid om controle uit te oefenen. Men moet bijgevolg steeds nieuwe manieren bedenken om het internet te censureren. Zo eiste de overheid in 2010 dat alle nieuwe computers die werden verkocht in China voorzien waren van de censurerende software. Internationaal protest zorgde er echter voor dat dit idee niet werd doorgevoerd. Een andere maatregel is dat de gebruikers van Chinese microblogs vanaf nu hun echte naam moeten opgeven, zodat ze kunnen getraceerd worden in het geval van té kritische uitlatingen op het internet. Sites, fora en sociale media worden in de gaten gehouden door speciale internetagenten, die “schadelijke” teksten zo snel mogelijk moeten verwijderen. Op Weibo verschijnen echter zoveel berichten op zo’n korte tijd dat het niet evident is om deze allemaal te controleren. Door de verplichting van het toevoegen van je naam bij je berichten, hoopt de overheid dat mensen minder snel geneigd zullen zijn om negatieve berichten achter te laten. Een andere recent ingevoerde maatregel heeft betrekking op Weibo en is de toepassing van een puntensysteem. Alle gebruikers van Weibo krijgen 80 punten toegewezen. Wie ongewenste inhoud verspreidt, verliest punten. Als je minder dan 60 punten hebt, krijg je een waarschuwing; indien je al je punten kwijt bent, wordt je account geschorst. Verloren punten kunnen echter wel teruggewonnen worden, namelijk als je minstens twee maanden braaf bent op de microblog en als je zelf open kaart speelt, bijvoorbeeld door het weergeven van je gsm-nummer. Dit nieuwe systeem is het gevolg van de vele geruchten die de laatste maanden zijn verschenen op het Chinese internet, bijvoorbeeld het gerucht dat de nieuwe Noord-Koreaanse leider in Peking zou vermoord zijn of het gerucht dat er een staatsgreep aan de gang was tegen de Chinese regering. China kan deze ophefmakende geruchten die zorgen voor de verstoring van de Chinese rust en harmonie wel missen en vond daarom dat er strenger moest worden opgetreden.


Er bestaat een mogelijkheid om de censuur te omzeilen, namelijk door het gebruik van proxy servers of van VPNs (Virtual Private Network), een soort van omleiding via een buitenlandse server waar je voor moet betalen en waarbij het IP-adres van de gebruiker geheim wordt gehouden. Het wordt echter steeds moeilijker om binnen China toegang te hebben tot deze services. 


Kat en muis

In een conferentie geeft de Chinees Michael Anti meer uitleg over het fenomeen van “The Great Firewall of China”. Hij benadrukt dat China niet alleen een BRICK-land is (Brazilië, Rusland, Indië, China) en dus een belangrijke opkomende economie is die bijdraagt tot de heropleving van de wereldeconomie, maar dat het ook een SICK-land is (Syrië, Iran, China, Noord-Korea), namelijk een land dat geen toegang heeft tot Facebook. China heeft zelfs de grootste digitale grens ter wereld. Niet alleen om het Chinese regime te beschermen tegen de overzeese, universele waarden, maar ook om te voorkomen dat de Chinese burgers toegang hebben tot het wereldwijde internet. Er zijn dus eigenlijk twee versies van het internet: hét internet en Chinanet. Wat het Chinanet betreft, maakt Anti gebruik van de metafoor van het kat-en-muisspel. De kat is daarbij de Chinese overheidscensuur, de muizen zijn de Chinese internetgebruikers. Verder haalt Anti twee redenen aan waarom de Chinese sociale netwerken zo in opmars zijn, ondanks de heersende censuur. Allereerst is er de Chinese taal: op Twitter, en dus ook op Weibo, mogen berichten worden geplaatst van maximaal 140 tekens en dankzij de Chinese taal komen 140 tekens overeen met een hele paragraaf. Er kan dus in één bericht heel wat gezegd worden. Microblogging wordt echt gezien als media. De tweede reden is dat de Chinese sociale media het Chinese gedachtegoed en het Chinese leven veranderen. Ze zorgen ervoor dat het stemloze volk voorzien wordt van een kanaal waardoor hun stem toch gehoord kan worden. Voor het eerst ontstaat er een publieke sfeer in China en leren de Chinezen openlijk te onderhandelen en te communiceren. Maar uiteraard blijft de kat altijd waakzaam: gevoelige woorden plaatsen op sociale netwerksites zoals Weibo is niet evident, want de kat (de censuur) ligt altijd op de loer. Dit maakt dat Chinezen sterk zijn geworden in alternatieve bewoordingen en formuleringen. Anti haalt ook nog aan dat in sommige gevallen de sociale media worden gebruikt in de strijd tussen politieke leiders onderling. Bepaalde leiders kunnen dan toch de verspreiding van bepaalde geruchten toestaan zodat hun rivaliserende leiders in een slecht daglicht worden gesteld. Niet-censureren is dus een politieke tool.


Besluit

Het besluit van mijn uiteenzetting zal ik wijden aan het uitdrukken van mijn eigen visie over de hele censuurkwestie in China. Dat sociale media toch vertegenwoordigd zijn in China is een goede zaak. In een land als China is het immers belangrijk dat het volk leert uiting te geven aan zijn opinies en dat het zijn communicatieve skills uitwerkt. De nationale publieke sfeer en de democratische ideeën moeten ontwikkeld worden. Het spijtige aan de hele zaak is dat de Chinese overheid de burgers niet de kans geeft deze doeleinden volledig te ontwikkelen. Ze worden geremd in wat ze mogen uiten en gestuurd in wat ze mogen denken. Dat is helemaal niet conform met het gedachtegoed van de eenentwintigste eeuw. Het land zou zich moeten afvragen of aanbreng van zijn burgers net niet nuttig zou zijn in zijn ontwikkeling. Alles speelt zich af op dat allerhoogste bestuursniveau en daar mag niet aan geraakt worden. Er wordt geen rekening gehouden met zijn burgers, die nochtans het fundamentele element van het land vormen. Sociale media worden door de overheid enkel gebruikt om zijn macht te versterken en om lokale overheden en fracties te counteren. Maar de vrees van de overheid dat burgeruitingen de vrede zouden verstoren is niet geheel onterecht. Als je in een immens land als China iedereen ongefundeerd zijn meningen en uitspattingen laat uiten, dan kan dat inderdaad leiden tot chaotische situaties. Het is niet de bedoeling dat de overheid er zich allemaal niets van aantrekt en iedereen zomaar laat doen, want dan is het onmogelijk zo’n groot land te besturen. Er moet dus nog wel een vorm van controle zijn. Het volk mag niet het zwijgen worden opgelegd, maar het geheel van uitingen moet in goede banen worden geleid. De stem van de bevolking moet gehoord worden en als waardevol worden beschouwd, zodat mensen op een vrije en eerlijke manier kunnen en willen bijdragen tot de ontwikkeling van hun land.

Eindigen doe ik met een sterke uitspraak van de Amerikaanse president Barack Obama:

"I think that the more freely information flows, the stronger the society becomes because then citizens of countries around the world can hold their own governments accountable. They can begin to think for themselves."


Bronnen

Lewis, H. (2012), Taking on the “Great Firewall of China”. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.newstatesman.com/staggers/2012/10/taking-great-firewall-china

Mack, L. (2012), Internet censorship in China. Opgehaald 26 november 2012 van http://chineseculture.about.com/od/mediainchina/a/Internet-Censorship-in-China.htm

Nu.nl (2011), ‘Chinese Twitter’ waarschuwt voor internetgeruchten. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.nu.nl/internet/2600151/chinese-twitter-waarschuwt-internetgeruchten.html

Nu.nl (2012), Microbloggers China moeten echte naam geven. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.nu.nl/internet/2718628/microbloggers-china-moeten-echte-naam-geven.html

Radio 1 (2012), Omtrent Chinese internetcensuur. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.radio1.be/programmas/nieuwe-feiten/omtrent-chinese-internetcensuur

Roberts D. (2012), The great internet Firewall of China. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.businessweek.com/articles/2012-10-26/the-great-internet-firewall-of-china

TED (Ideas worth spreading) (2012), Michael Anti: Behind the Great Firewall of China. Opgehaald 26 november 2012 van http://www.ted.com/talks/michael_anti_behind_the_great_firewall_of_china.html
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten