Digitalisering
resulteert in convergentie
De journalistieke praktijk van de 21e
eeuw is drastisch veranderd ten gevolge van technologische innovaties. Zowel de
job van de journalisten, als de nieuwsruimte, als de verhalen die geschreven
worden, werden onderworpen aan transformaties. Ooit verschenen verhalen enkel
op papier, nu verschijnen ze ook online. Bovendien beperken verhalen zich niet
meer tot tekst en fotomateriaal, maar incorporeren ze nu ook audio, video en
interactiviteit. De doorgedreven digitalisering heeft gezorgd voor een convergentie,
een samenkomen, van media. Verschillende media kunnen samenwerken of versmelten,
maar ook de inhoud is onderling verwisselbaar tussen de verschillende media.
Binnen dit begrip convergentie zouden we drie vormen kunnen onderscheiden. Allereerst
is er de “newsroom convergence”. Dit houdt in dat journalisten van
verschillende media (tv, radio, krant, online) dezelfde werkruimte delen in
plaats van dat ze zich in verschillende bureaus in afzonderlijke
gebouwen bevinden. Het delen van een nieuwsruimte wakkert de samenwerking tussen
verschillende platformen aan (cross-platform cooperation). De uitgevers van
deze verschillende media kunnen dan samenkomen en bespreken in welk ‘format’
het verhaal het best kan gebracht worden. Een tweede vorm van convergentie is “newsgathering
convergence”. Deze vorm van convergentie wijst op de samenwerking van
reporters, uitgevers en fotografen, die samen de verhaalproductie tot stand
brengen. Een voorbeeld hiervan is dat de nieuwscast van de televisie
afbeeldingen kan lenen van kranten. Of dat een televisiereporter eerst over een
bepaalde gebeurtenis schrijft voor een uitzending en achteraf een langer stuk maakt
voor de website. Printreporters verschaffen niet alleen nieuws voor de krant,
maar ook voor de televisie en fotojournalisten beperken zich niet tot het nemen
van foto’s maar nemen bijvoorbeeld ook interviews af. Journalisten doen dus aan
multitasking in multimedia: ofwel wordt één verhaal gemaakt door verschillende
media (tv, print, online), ofwel brengt één reporter van eenzelfde verhaal
variërende versies voor verschillende media. Een derde en laatste vorm van
convergentie is “content convergence”: het uiteindelijke verhaal wordt gebracht
in multimediale vorm, waarbij tekst, beeld, audio, video, blogs, podcasts en
slideshows worden gecombineerd. Uitgevers en reporters kiezen uit het menu van
multimediaopties de meest efficiënte en entertainende technieken om een verhaal
te brengen.
De multimodale en de multimediale journalist in een crossmediale wereld
De tweede vermelde vorm van convergentie
suggereert het volgende punt in de evolutie van het journalistieke wezen,
namelijk het feit dat mediaconvergentie gepaard gaat met multimediale
journalistiek op het niveau van de journalist. Door de samenwerking tussen
media, worden journalisten nu verwacht veel meer competenties te bezitten. Volgens
Corten, Opgenhaffen en d’Haenens kan het takenpakket van een individuele
journalist op twee manieren worden uitgebreid: ofwel multimodaal, ofwel
multimediaal. In het geval van de multimodale journalist staat deze zelf in
voor de verschillende modaliteiten waaruit het nieuwsproduct zal bestaan. Zo neemt
een printjournalist die een stuk schrijft zelf foto’s voor zijn krantenartikel.
De televisiereporter maakt niet alleen de beelden, maar monteert het verslag
ook en spreekt de voice-over in. De journalist moet dus in staat zijn om alle
facetten van één productieproces te beheersen. Hij moet dus eigenlijk nieuws
maken voor verschillende mediaplatformen. Een printjournalist brengt dan
bijvoorbeeld inhoud aan voor de onlinekrant, of een radioreporter brengt verslag
uit voor het televisiejournaal. In het geval van de multimediale journalist is
het zijn taak om tijdens de nieuwsgaring bruikbaar materiaal samen te brengen
voor de verschillende mediaplatformen, aangezien de verschillende
mediaredacties versmelten tot één journalistieke cultuur. Één bepaald onderwerp
kan bijvoorbeeld behandeld worden door een team met vertegenwoordigers uit de
verschillende media. De nieuwsgaring gebeurt gemeenschappelijk, maar het
uiteindelijke nieuwsproduct wordt door elke journalist op het eigen
mediaplatform gepubliceerd.
In het tweede hoofdstuk van het boek Handboek crossmediale journalistiek en
redactie van Arjan Dasselaar behandelt ook hij de veranderende situatie in
het medialandschap en in de journalistiek en hij heeft het daarbij over
crossmediaal denken en over convergentie. Ook hij zegt dat technologische
ontwikkelingen heel wat hebben veranderd. Daar waar elk medium zijn eigen
technische eigenschappen heeft en dus ook zijn beperkingen, kan dat worden
tegemoet gekomen dankzij de ontwikkelingen op technologisch vlak en de
samenwerking tussen media. Door de digitalisering en het internet beschikken
redacties over een aanzienlijk groter aantal middelen. Andere media kunnen
worden aangewend om een bericht nog beter te brengen. Er wordt crossmediaal
gewerkt om te kunnen bepalen welk middel het best kan worden ingezet om een
bepaald doel te bereiken. Men zet dus niet zomaar het een of ander medium in,
maar er gaat een grondige reflectie aan vooraf. Het journalistieke denken is
dus geëvolueerd van mediacentrisch naar doelcentrisch. Vroeger had het medium
waarvoor de journalist werkte een grote invloed op zijn gedachtegang en op zijn
manier van werken. Iemand die bij de radio werkte, ging ervan uit dat hij
sowieso iets met geluid moest doen, maar dat is niet langer het geval,
aangezien het internet ervoor zorgt dat ook een radioredactie gebruik kan maken
van andere middelen. Het is dus het doel en niet het medium dat bepaalt welk
middel het best kan worden ingezet.
Deze doelcentrische journalistiek is het
resultaat van allerlei technologische ontwikkelingen, waarnaar ook Dasselaar
verwijst met de term convergentie. Ook
volgens de communicatiewetenschapper Ithiel de Sola Pool (Technologies of Freedom, 1983) is convergentie het samensmelten van
verschillende communicatiemedia door technologische ontwikkelingen. In het
begin van deze blog gaf ik een opsomming van de verschillende vormen van
convergentie; dat is echter niet de enige onderverdeling die er bestaat. Rich
Gordon maakt in zijn werk Digital
Journalism (2003) een onderscheid tussen vijf vormen van convergentie. De eerste
vorm is eigendomsconvergentie: dit houdt in dat een bedrijf verschillende typen
media bezit. De tweede vorm is strategische convergentie. Deze convergentie
wijst op de samenwerking tussen verschillende afdelingen en mediatypen. De redacties
van verschillende media maken onderling gebruik van elkaar, maar de
journalisten blijven wel werken voor één medium (bijvoorbeeld voor de krant of
de televisie). De derde vorm van convergentie is dan de structurele
convergentie, wat inhoudt dat journalisten produceren voor meerdere media, wat
niet het geval was in de vorige vorm van convergentie. Een voorbeeld is het
geval waarbij een verslaggever eerst de nieuwsfeiten in een kort bericht brengt
op de website en achteraf een langer stuk schrijft met meer uitwerking voor in
de krant. De vierde vorm van convergentie is de nieuwsgaringsconvergentie. Hierbij
maakt de journalist gebruik van verschillende vormen van nieuwsgaring. Hij maakt
niet alleen notities voor zijn artikel, maar neemt ook foto’s en video’s, of
maakt er zelfs een fotoreportage van. De laatste vorm van convergentie is de
presentatieconvergentie, waarbij al het materiaal gecombineerd wordt tot een
samenhangende crossmediale productie op internet.
Is de journalist de dupe of haalt hij er enkel voordeel uit?
Heel deze vernieuwde situatie waarbij
media convergeren en van de journalist wordt vereist dat hij van alle
mediamarkten thuis is, wordt beoordeeld door zowel voorstanders als
tegenstanders. Voorstanders beweren dat journalisten in de toekomst steeds meer
en meer moeten worden opgeroepen tot veelzijdigheid. Hierbij verwijzen ze naar
Preston Mendenhall, uitgever bij MSNBC, die in 2001 naar Afghanistan reisde met
in zijn rugzak zowel laptop als satelliettelefoon, als digitale camera, als
microfoon. Hij bracht reportages vanuit het veld en nam daar zowel de job op
van reporter, producer, uitgever als ingenieur. Multimediaal werken zou door
middel van goede scholing een gewoonte moeten worden. De positieve kant van het
spectrum ziet de multimediale duizendpoot als de journalist van de toekomst. Tegenstanders
echter zijn niet overtuigd van het “backpack journalism”. Volgens hen zou het
nog meer belasten van drukbezette journalisten leiden tot middelmatigheid in de
berichtgeving. Daar waar enkele journalisten wel in staat zullen zijn om een
variëteit aan taken efficiënt en professioneel te behandelen, zal de overgrote
meerderheid maar middelmatige journalistiek leveren. Sommigen blinken uit in
het schrijven van een verhaal voor print of televisie, maar zullen weinig
kwaliteit leveren wat betreft het foto- en videomateriaal. Kwaliteit verkrijgt
men doordat journalisten zich weiden aan een specifieke job en zich daarin
specialiseren.
Zelf ben ik geneigd eerder aan te leunen
bij de opvattingen van de tegenstanders. Het is niet eenvoudig voor een
journalist om zich tegelijkertijd én met tekst, én met inhoud, én met beeld, én
met geluid bezig te houden. Ik vraag me af waarom het nodig is dat één
journalist zich met ál deze zaken bezighoudt, terwijl er op elk specifiek
onderdeel journalisten gezet kunnen worden die hun aspect met de nodige
zorg, toewijding en kennis kunnen behandelen. Dat de overvloed aan opgelegde
taken ten koste zou kunnen gaan van de geleverde kwaliteit kan ik dan ook
geloven. De journalist moet echter niet alleen simultaan kunnen produceren voor
verschillende platformen, hij moet bovendien ook steeds sneller en sneller
kunnen produceren, wat zijn taak nog moeilijker maakt. Journalisten zullen dus
sneller stukken afleveren zonder diepgang die ze vroeger wel konden verwerken
in hun berichten. Berichten worden dus algemener, waardoor journalisten niet
langer specialisten zijn maar wel generalisten. Ik moet echter toegeven dat, in
deze samenleving met een hoop nieuwe en steeds vernieuwende technologieën, de journalist
niet wereldvreemd mag blijven en wel eens uit zijn vakje van gespecialiseerd
journalist mag komen om te leren omgaan met andere vormen van media. Maar ik
pleit dan eerder voor een vorm van vertrouwd maken met en kennis verwerven in
andere media, en niet dat deze voortdurend moeten worden aangewend door elke
journalist. Elke journalist heeft zijn vakgebied en indien nodig of interessant
kan hij beroep doen op andere media die zijn berichtgeving kunnen versterken of
verreiken. Het lijkt me niet realistisch om van elke journalist een superjournalist
te maken die in staat is voortdurend alle taken op zich te nemen.
Een getuigenis van het nut van het
kunnen beheersen van verschillende technieken als journalist is die van Nicola
Rees, videojournalist bij BBC Look North.
Na haar opleiding in de journalistiek, haar werk op de radio en later op de
televisie, is ze begonnen met het leren van videotechnieken. Zo werd ze niet
alleen bedreven in schrijven, maar ook in filmen en uitgeven. Ze vertelt dat
deze multitasking heel wat organisatie vereiste, maar dat je er steeds beter en
beter in wordt en dat het fijn is achteraf te kunnen beseffen dat je het werk
hebt geleverd van drie mensen tegelijkertijd. Then glory comes to you…
Bronnen
Tim Harrow.com. Media convergence. Opgehaald 9 december
2012 van http://www.timharrower.com/PDFs/convergence.pdf
Corten,
M., Opgenhaffen, M., d’Haenens L. (2011). Journalistieke
competenties in Vlaanderen: een crossmediale competentiematrix. Enschede:
Universiteit Twente.
Dasselaar,
A., Pleijter, A. (2012). Handboek
Crossmediale journalistiek en redactie. Amsterdam: Isopeda, p. 3-32.
Vergeer,
M., Pleijter, A., Hermans, L. (2011). Journalists’
multiskilling in the digital age. Opgehaald 9
december 2012 van http://www.slideshare.net/maver/journalists-multiskilling-in-the-digital-age
Breslin, E. (2012). Multi skilling helped me avoid redundancy,
says BBC video journalist. Opgehaald 9
december 2012 van http://www.leedstrinity.ac.uk/news_events/news/Pages/Multiskilling_helped_me_avoid_redundancy_says_award-winning_BBC_video_journalist.aspx
Geen opmerkingen:
Een reactie posten