zondag 23 december 2012

Tevreden en mentaal rijker na een semester bloggen...


In de loop van alle blogs heb ik gesproken over hoezeer het medialandschap aan het veranderen is en hoezeer we ons massaal in de digitale wereld aan het begeven zijn. We zoeken onze informatie, ons nieuws en onze bronnen steeds vaker online en niet meer via de traditionele media. We nemen filmpjes op met onze gsm, we kijken series op het internet; de mogelijkheden zijn oneindig! En hoewel ik ook al in één van mijn blogs heb aangegeven dat er een digitale kloof bestaat tussen de informatiearmen en de informatierijken, zijn er echter ook mensen die er bewust voor kiezen om niet deel te nemen aan dit mediafenomeen. Blijkbaar is toch niet de hele maatschappij mee met het digitale tijdperk; er zijn mensen die er hun tijd niet willen aan besteden. We kunnen er niet zomaar vanuit gaan dat iedereen alles via de digitale weg doet. Maar ben je in dat geval een paria, een uitzonderlijk geval?

Een interessant gesprek hieromtrent werd gehouden op Radio 1 (26/11/2012) tijdens het programma Houtekiet. Een getuige vertelt hoe lang niet iedereen de digitale activiteiten machtig is en hoe frustrerend het soms kan zijn dat van ons allen verwacht wordt dat we dat wel zijn. Volgens de Studiedienst van de Vlaamse Regering is het immers zo dat meer dan een kwart van de Vlamingen het internet niet gebruikt. De getuige vertelt dat ze wel internet gebruikt voor haar werk en voor privégebruik, maar beklaagt zich over het feit dat alle administratieve en overheidszaken zogoed als allemaal online moeten gebeuren. Ze vindt het jammer dat daardoor het menselijk contact wegvalt. Ook veel meer jongeren pluizen alles online uit, maar dat maakt ook dat ouders veel minder op de hoogte zijn van wat hun kinderen doen. We worden steeds individueler: ieder gaat achter z’n eigen computertje zitten en wordt daardoor opgeslorpt. Heel wat sociaal leven gaat verloren.

Na deze getuige wordt ook een experte aan het woord gelaten. Er wordt Ilse Mariën, onderzoekster aan het SMIT (Studies of Media Information Technology), de vraag gesteld of we nu echt allemaal digitaal moeten? Als we ons land vergelijken met andere landen lopen we in zekere zin achter. In Nederland bijvoorbeeld is maar liefst 95% online actief. Het antwoord op de vraag “moeten we allemaal digitaal?” is dat het de bedoeling is dat mensen een gebruik ontwikkelen dat aansluit bij hun leefwereld. Het heeft geen nut om iedereen te pushen om bijvoorbeeld op Facebook te gaan, want als mensen dat niet interesseert, moet je ze daar niet toe dwingen. Dat je jezelf daardoor buiten de digitale wereld zet, is een vrije keuze. Op de scholen echter zou het wel zo moeten zijn dat we de jongeren voorbereiden op de digitale wereld. De maatschappij digitaliseert nu eenmaal. Innovaties kunnen we niet ontkennen en zeker niet tegengaan. Kinderen van vandaag de dag moeten er in mee gaan. Online actief zijn hoeft trouwens niet noodzakelijk een individueel gebeuren te zijn. Steeds meer en meer jongeren maken hier een groepsgebeuren van. Jongeren beschouwen online-contact niet noodzakelijk minderwaardig dan face-to-face-contact.

De digitalisering van de maatschappij is een feit en om mensen daar zo veel mogelijk in te betrekken en daarin te doen groeien, worden heel wat functies en toepassingen online gemaakt. Efficiëntie en manier van werken kan gewoon veel makkelijker worden gemaakt.

Hierop volgt opnieuw een getuigenis, dit keer van een huisvrouw die door haar toetreding tot de politiek bijna werd ‘verplicht’ om zich in de digitale wereld te begeven. En ondanks haar oorspronkelijke gekantheid tegen de onlineactiviteiten, ontdekt ze toch zelf wel dat er ook voordelen zijn. Treffend in haar uitleg is dat ze vertelt hoe ze eigenlijk geen besef heeft van hoe ze haar privacy-instellingen op Facebook zou moeten wijzigen of aanpassen. Dit sluit sterk aan bij het gedachtegoed dat Ben Caudron in zijn gastcollege naar voren bracht, namelijk dat de mensen tegenwoordig te weinig geïnformeerd worden over hoe ze met hun persoonlijke informatie online moeten omgaan. We gaan dus wel steeds meer en meer online, maar we weten nog niet genoeg over het hoe en het waarom, wat nochtans ook belangrijke factoren zijn. Er is nog veel werk aan het leren slim omgaan met deze nieuwe media. Daar moet zeker vanuit onderwijs op ingezet worden.

Dat je van de vorige generatie, die niet is opgegroeid met het internet en konsoorten, verwacht dat ze aan deze trend deelnemen is te begrijpen, maar dat het voor hen niet altijd evident is meteen met deze technologieën op een handige manier om te gaan is ook begrijpelijk. De wereld van het internet is bijvoorbeeld over het algemeen een Engelstalige wereld, wat niet altijd evident is. Heel wat termen zijn niet transparant en dat schrikt mensen af. Het is dus niet altijd een kwestie van ‘niet willen’, maar soms ook gewoon van ‘niet kunnen’, gewoon omdat de vaardigheden niet genoeg worden beheerst. Het is daarom belangrijk dat er genoeg wordt ondersteund, niet alleen van onderwijs uit, maar ook van mensen die elkaar onderling helpen.

Onze wereld verandert en evolueert en technologie maakt daar een groot deel van uit. Ook deze blijft niet stil staan en neemt steeds grote proporties aan. Zowat elke functie in ons leven krijgt een digitale toepassing en dit biedt een resem voordelen, maar zoals onvermijdelijk heeft ook elke vooruitgang wel zijn nadelige kanten. Door nieuwe media zoals bijvoorbeeld internet worden zaken vergemakkelijkt en versneld. We geraken snel aan informatie en we vinden alles en iedereen terug. Dankzij digitale applicaties zoals gsm’s en smartphones zijn we altijd bereikbaar en kunnen we alles op welk moment dan ook vastleggen of raadplegen. We kunnen sociale contacten onderhouden op sociale netwerksites en we kunnen deelnemen aan discussies of interesses met andere mensen delen. En dat allemaal vanwaaruit je maar wil. De technologie helpt ons vooruit; we kunnen ons immers toch niet meer inbeelden hoe het was zonder al dit vernuft, zeker niet als we het hebben over internet of gsm? Dat contacten minder persoonlijk worden en mensen niet meer buiten komen om hun administratieve zaken te regelen zou een nadeel kunnen zijn, maar ik denk dat hier de mentaliteit van de mensen een belangrijke rol speelt. Als je het zelf nog belangrijk vindt om in ‘real life’ met mensen in contact te komen, dan zal je dat ook doen. Voor deze mensen helpen nieuwe media daar waar het even snel en efficiënt moet gaan. Het is belangrijk dat we op een juiste manier omgaan met de nieuwe media, dat we ze gebruiken op manieren die onszelf dienen. Zowel organisatorisch, professioneel als ook persoonlijk, want op zich vind ik er niets fout aan om jezelf als persoon een gezicht te geven in de digitale wereld. Zolang je maar steeds voorzichtig genoeg bent. De eeuwige afweging, daar draait het om.

Mijn maandenlang onderzoek naar nieuwe media en hun impact heeft ook een belangrijk licht geworpen op welke rol deze hebben op mijn toekomstig vakgebied, namelijk de journalistiek. Dankzij de nieuwe media geraken de journalisten veel sneller aan informatie. Sociale netwerksites bieden hen op een snelle manier een hoop extra gegevens, en ze kunnen gebruik maken van wat burgers online delen om hun berichten kracht bij te zetten. Blogs, sociale netwerken en burgerjournalistiek zijn extra tools in hun journalistieke proces, maar in deze zin is het belangrijk het woordje ‘extra’ te benadrukken, want het is lang niet voldoende zich uitsluitend op deze toepassingen te gaan baseren. De journalist moet nog steeds een waardevol en kwaliteitsvol stuk brengen en dat kan hij niet zonder deze nieuwe media op een kritische manier te hanteren. Hij mag de technologie niet negeren, maar hij mag ook de oorspronkelijke journalistieke waarden niet laten verloren gaan. Het brengen van een betrouwbaar, kwaliteitsvol en duidend artikel, dat is wat de journalist moet doen. En dat hij daarbij gebruik maakt van nieuwe media, kan alleen maar een meerwaarde zijn, tenminste zolang hij op een eerlijke en rechtvaardige manier omgaat met de informatie die hij online vindt. Check en dubbel-check moet het heersende principe blijven, ook al is de verleiding soms groot om snelheid en primeur te laten domineren.

Wekelijks op zoek gaan naar theorieën, inzichten, opvattingen en tegenstrijdigheden in en rond nieuwe media en daarover al bloggend kritisch reflecteren was een intensieve maar enorm interessante bezigheid. Ik hoop dat al wat ik geleerd heb, niet alleen door te lezen en op te zoeken, maar ook door de lessen en de gastcolleges, mij ten goede mag komen in de toekomstige beoefening van de journalistieke praktijk en dat ik een journaliste zal worden die dat heilige principe van evenwicht tussen integratie van nieuwe media en journalistieke kwaliteit steeds zal kunnen bewaren.




Bronnen:

Malin, G. (2011). Zijn nieuwe media kannibalen? Opgehaald 23 december 2012 van http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/11/23/zijn-nieuwe-media-kannibalen

Radio 1 (2012). Ken jij mensen die niets van de computer moeten weten? Opgehaald 23 december 2012 van http://www.radio1.be/programmas/hautekiet/ken-jij-mensen-die-niets-van-de-computer-moeten-weten


Geen opmerkingen:

Een reactie posten