zaterdag 22 december 2012

Trends in de journalistiek van 2013...



Op 18 december kregen we opnieuw de kans om ons geheel aan reeds verworven inzichten over nieuwe media te verrijken dankzij de uiteenzetting van Frank De Graeve, ex-journalist en communicatie-adviseur bij Quadrant Communications. Na een algemene beschouwing over de toekomst van de traditionele media, deed hij een onderzoek uit de doeken dat werd gedaan naar het gebruik van sociale media door Belgische journalisten, om tot slot een overzicht te geven van de zeven trends in de journalistiek voor het jaar 2013.


De ondergang van de traditionele media?

De traditionele media, zoals kranten, tijdschriften en televisie, lijken vandaag de dag in een crisis te zitten. Ze krijgen heel wat minder belangstelling en dat zou de schuld zijn van de sociale media. Heel wat mensen maken gebruik van sociale netwerksites zoals Facebook of Twitter om op de hoogte te komen van het nieuws. De sterke opkomst van de nieuwe, digitale media en de daardoor gedaalde belangstelling voor traditionele media staat voor De Graeve buiten kijf, maar tegelijkertijd benadrukt hij dat we moeten beseffen dat het nieuws op de sociale media afkomstig is van de traditionele media. Hij is dus van mening dat klassieke media nog altijd een belangrijke bron van nieuwsgaring zijn en nog wel een tijdje zullen meegaan. In dit opzicht is ook het werk Media Morgen van Jo Caudron belangrijk. Dit boek bespreekt hoe de klassieke media onder druk komen te staan van de nieuwe en digitale media. Hij is van mening dat de traditionele media de komende tien tot twintig jaar wel zullen blijven bestaan, maar dat in combinatie met nieuwe media. Bekende zenders zullen wel onderworpen worden aan uitdagingen en moeilijkheden en kunnen eventueel zelfs verdwijnen. Ze moeten zichzelf heruitvinden. Er is echter één onderdeel dat Caudron wel sowieso ziet verdwijnen, namelijk de gedrukte krant als nieuwsverspreiding. Maar over het algemeen ziet hij het niet gebeuren dat de klassieke media zullen begraven worden; wel zal het steeds moeilijker worden om ze rendabel te houden. De volgende afbeelding geeft een voorspelling weer van het verdwijnen van de papieren krant over de wereld. In de Verenigde Staten zou dit binnen vijf of zes jaar plaatsvinden, in Europa binnen 15 jaar. De impact van de nieuwe media op traditionele media is dus overal voelbaar.


Journalisten en nieuwe media

De vraag is nu hoe journalisten omgaan met deze nieuwe media. Als dat aspect onderzocht wordt, dan zien we dat ervaren journalisten vrij conservatief zijn, vooral wat hun werkwijze betreft. Dit heeft te maken met het feit dat aan het beroep van journalistiek een ethisch aspect verbonden is. Ze hebben de opvatting dat wat ze schrijven waar moet zijn en deze grote verantwoordelijkheid sluit experimenteren uit. Ervaren journalisten zijn vaak ook wantrouwig ten opzichte van nieuwe technologieën. Deze werken immers niet altijd even goed en de journalisten zijn daar vaak de dupe van. Daarnaast is er ook wantrouwen ten opzichte van wat hype is. De sociale media zijn een openbaar platform dat door iedereen kan gelezen worden en dus ook door de concurrenten van de journalisten. De transparantie van de sociale media is dus niet in overeenstemming met de journalistieke aanpak.

Zeer interessant was het onderzoek dat Frank De Graeve aanhaalde in zijn uiteenzetting. Het betreft het onderzoek dat werd gedaan naar het gebruik van social media bij Belgische journalisten. In het voorjaar van 2012 werden ongeveer 2200 professionele journalisten uit België gecontacteerd via e-mail; 300 daarvan droegen effectief hun steentje bij aan de enquête. Uit dit onderzoek blijkt dat 51% van de ondervraagde journalisten Twitter gebruikt. Dit is een cijfer dat elk jaar stijgt, aangezien de percentages voor 2009 en 2010 respectievelijk 9% en 18% zijn. Wat het gebruik van Facebook betreft, gebruiken 64% van de journalisten dit medium, wat opnieuw een sterke stijging is ten opzichte van 2009 en 2010. Slechts 5% van de ondervraagde journalisten maakt geen gebruik van sociale media. Verder geeft de overgrote meerderheid van de journalisten aan dat er geen richtlijnen zijn voor het gebruik van sociale media. Steeds meer en meer journalisten maken ook professioneel gebruik van smartphones en tablets. Maar ondanks de stijging van het gebruik van sociale media door journalisten, is de overgrote meerderheid niet van mening dat deze media de kwaliteit van hun werk beter maken. Wat tot slot de burgerjournalistiek betreft, zien de journalisten wel een stijging, maar zien ze die over het algemeen niet als een bedreiging voor de professionele journalistiek. De sociale media zitten dus in de lift, maar we zien ook dat er nog heel wat onduidelijkheid heerst, bijvoorbeeld wat betreft de richtlijnen of wat betreft de vraag of ze wel zorgen voor verbetering. Ook Jo Caudron laat zich uit over de evolutie van de sociale media. Volgens hem zullen de sociale media ontwikkelen tot een “commodity”: net zoals de televisie de evolutie heeft meegemaakt van ‘in een enkele huiskamer aanwezig’ tot ‘zo goed als een basiselement bij de meeste gezinnen’, zal ook de social media die evolutie ondergaan. En ook de journalisten zullen hier niet aan ontkomen. Volgens Peter Horrocks van de BBC kan een journalist zijn beroep niet deftig uitoefenen als hij niet mee is met de sociale media.


7 journalistieke trends voor 2013

Het laatste deel van zijn gastcollege wijdt De Graeve aan een expositie over de trends die er zitten aan te komen voor het journalistieke jaar van 2013. Ik zal de zeven door hem aangehaalde trends hier kort behandelen. De eerste trend is getiteld: “God ziet u! En wij ook.”. Journalistiek wordt steeds meer openbaar, het wordt een kwestie van publiek interactie, de zogenaamde “journalistiek en plein public”. Journalisten houden zowat overal conversaties; zo kunnen ze op Facebook of op LinkedIn in het openbaar experts vragen om meer informatie. Op sociale media is de drempel dan ook zeer laag om bepaalde vragen te stellen. Op sociale media draait alles om conversaties. En daarbij hebben niet de journalisten het monopolie, maar tellen ook andere meningen. Journalisten zullen dus gedwongen worden om hun plaatsje te bemachtigen.

De tweede trend is “iedereen woord-voerder”. Woordvoerders die niet officieel zijn, maar uit het ‘gewone’ publiek komen zijn niet nieuw, maar waren vroeger niet altijd even makkelijk te vinden. Nu echter, dankzij sociale media, zijn ze makkelijker te vinden, te volgen en te contacteren. Deze officieuze woordvoerders bieden een belangrijk voordeel, aangezien officiële woordvoerders vaak moeilijk te bereiken zijn, niet altijd even gemotiveerd zijn en soms te karig zijn in het vrijgeven van informatie.

De derde trend vervolgens is “bye bye, deadlines”. Dit betreft het feit dat online media geen publicatiedatum meer hebben. Sociale media zijn immers een plaats waar voortdurend nieuws wordt bijgemaakt. Geen publicatiedatum meer betekent dan geen deadlines meer, maar geen deadlines meer, betekent geen artikels meer. Want als je geen deadlines hebt, geraken je artikels niet geschreven. Ook het omgekeerde verschijnsel kan zich voordoen, namelijk dat er meer deadlines worden gecreëerd omdat er meerdere publicatiemomenten per dag zijn.

Een vierde trend (“een leger mede-werkers”) die zich zal voordoen in 2013 is dat het alom bekende adresboekje waar de ervaren journalisten gebruik van maakten en dat doorheen de jaren werd aangevuld met sociale contacten, niet langer houdbaar is. Journalisten komen minder buiten en maken dus minder lijfelijke sociale contacten. Sociale media lossen dit voor een groot deel op. Journalisten kunnen nu hun contacten inschakelen op Facebook of Twitter of ze kunnen netwerken van mensen opbouwen die de journalist zouden kunnen helpen. Bovendien kunnen er heel specifieke vragen gesteld worden.

De vijfde te verwachten trend (“Daar zijn de BJ’s”) betreft het fenomeen waarbij een aantal journalisten erin zullen slagen om op korte tijd veel volgers te verwerven. Deze populariteit kunnen ze gebruiken, bijvoorbeeld ter promotie van hun medium, of ter promotie van zichzelf. Ze kunnen er op deze manier voor zorgen dat de mensen weten waarvoor ze staan. Er kunnen zelfs fanclubs ontstaan, maar de schaduwzijde is dat er ook veel tegenstanders zich zullen uiten, en dat dus kritiek ook publiek wordt. Dit kan een punt voor discussie vormen: moeten journalisten namelijk echt overgaan tot dit soort activiteiten om zichzelf populair te maken en zo een zeker aanzien te verwerven zodat mensen hen toch nog gaan lezen? Is het niet zonde dat mensen niet meer gewoon een goed geschreven stuk kunnen appreciëren, onafhankelijk van de auteurs populariteit? Hoewel dit standpunt verdedigbaar is (en ik zou het graag verdedigen) is het ergens ook wel te begrijpen dat journalisten dit doen, gewoon omdat de omstandigheden hen daartoe dwingen. Aangezien nieuws dankzij de sociale media overal en door eender wie kan verschijnen, moeten de journalisten zich wel profileren zodat ze mensen kunnen aantonen dat ze een meerwaarde bieden en zodat ze hen kunnen aanzetten tot het lezen van hun artikels. Het is gewoon jammer dat er zo veel moet gestreden worden om dat te verkrijgen.

De voorlaatste trend is die van “check, publish, dubbel-check”. Dit houdt in dat de standaardvolgorde verandert: het dubbel-checken gebeurt pas na het publiceren. Sociale media zoals Twitter kunnen worden gebruikt om nieuws te claimen, om het nieuws als eerste te brengen en dus andere journalisten voor te zijn. Pas achteraf zal men proberen dit nieuws bevestigd te krijgen. Het gevaar is echter dat er op deze manier misbruik kan worden gemaakt van het systeem. Heb je maar één bron en kost het te veel moeite om een tweede bron te vinden? Zet het nieuws dan op Twitter met de volgende toevoeging: “#unconfirmed#. Dit noemt men “sloppy journalism”. Dit kan volgens mij ook belangrijke sociale implicaties hebben. Door nieuws brengen te zien als een soort van wedstrijd om de snelste te zijn, zullen heel wat zaken, door gebrek aan verificatie, foutief de wereld in worden gestuurd en daardoor kunnen mensen eventueel in een verkeerd daglicht worden gesteld, of kunnen situaties in een compleet verkeerde context worden geplaatst, waardoor de mensen niet de juiste informatie krijgen. Ik denk dat het meer moeite kost om dit allemaal recht te zetten dan om je bronnen te checken voor het verspreiden van het nieuws.

De laatste trend tot slot heeft De Graeve “Waarom? Daarom!” getiteld. De traditionele media hebben intussen geleerd om sociale media te recupereren, maar ze hebben het nog steeds moeilijk om te weten wat ze precies moeten overnemen. De vraag is hoe traditionele media zouden moeten omgaan met sociale media. Velen zijn ervan overtuigd dat het de taak is van de klassieke media om de zaken uit te leggen en te duiden. Het zou dan als volgt zijn: de sociale media brengen het nieuws, de traditionele media brengen de duiding. Niet iedereen is het hier echter mee eens. Vele mensen willen nog altijd nieuws in hun traditionele media. Hier kan ik mezelf volledig in vinden. Als ik een krant lees of naar het nieuws kijk op televisie, wil ik nog steeds daar te weten komen wát er precies gebeurd is. Dat het niet makkelijk is om alleen daarmee te overleven en de sociale media te overtreffen, is begrijpelijk. Vandaar de noodzaak van de onderzoeksjournalistiek. Traditionele media moeten journalistieke diepgang bieden, want alleen zo kunnen ze het verschil maken, aangezien de nieuwsfeiten zelf onmiddellijk en gratis op het internet verschijnen.


Bronnen

De Graeve, F. Journalistiek in 2012: en plein public. Opgehaald 22 december 2012 van http://www.vlaamsenieuwsmedia.be/actueel/2012/03/journalistiek-in-2012-en-plein-public

Gretzky, W. (2011). Skate where the puck is going to be, not where it has been. Trendrapport 2011, de experts aan het woord. Netlash.

Maertens, A. (2011). Persoonlijk interview met Jo Caudron naar aanleiding van de lancering van zijn boek Media Morgen op DMF 2011. Opgehaald 22 december 2012 van http://www.bloovi.be/nl/blog/B164-persoonlijk-interview-met-jo-caudron-naar-aanleiding-van-de-lancering-van-zijn-boek-media-morgen-op-dmf-2011

Werbrouck, S. (2012). Jo Caudron in Knack Extra: ‘Een tv-zender, wie wil dat nu nog?’. Opgehaald 22 december 2012 van http://www.knack.be/nieuws/mensen/jo-caudron-in-knack-extra-een-tv-zender-wie-wil-dat-nu-nog/article-4000037938515.htm


Geen opmerkingen:

Een reactie posten